15 februari 2015

Toelichting op de Impact Bijsluiter voor beleggingsproducten

SAMENVATTING

De Social Investment Taskforce van de G7 heeft een oproep gedaan voor een ''keurmerk'' voor (social) impact investeringen. Maar waarom een label als de term impact genoeg zegt. Belangrijk is hoeveel!

Maar is een impact bijsluiter voor beleggingsproducten te realiseren, die beleggers in een oogopslag inzicht geeft in de impact van hun belegging? En die voor aanbieders een interessant marketing instrument dat veel en goedkope financiering kan aantrekken?

De auteur denkt van wel. Maar alleen als veelgebruikte systemen voor duurzaam beleggen zoals uitsluiting en ESG risico integratie die minder schade toebrengen worden gecombineerd worden met ESG kansen- en impact investeringen gericht op basisbehoeften en katalyserende innovaties voor wereldwijde uitdagingen.
Voor de implementatie kan het recent ontwikkelde systeem voor groene obligaties met standaarden en externe verificatie gekopieerd worden.

Een bonus is dat het de impact investing markt kan versnellen


Inhoud
Dankwoord
Verder onderzoek
Divergerend of Convergerend? Het civilisatie proces van impact investing
en Hebben we een Jeruzalem Concilie nodig om duurzaam en impact investing te verzoenen?

Een pleidooi voor de impact bijsluiter
Wat laat de impact bijsluiter zien?
Waarop is de impact bijsluiter gebaseerd
Vraag en u zult ontvangen
Het portfoliomodel van Sonen Capital en de KL Felicitas Foundation met duurzaam en thematisch beleggen in verschillende asset classes.

Een model impact bijsluiter

Commentaar en aanbevelingen
Prof Harry Hummels: Is het waar en wat kost het?
Externe verificatie en het onderscheid tussen de niveaus
Drs Frank Wagemans, VBDO
Een Tegenvoorstel met 5 niveaus

Een toelichting op de impact niveaus
Niveau 0-6
Wanneer past een beleggingsproduct op een niveau?
Rekkelijk of Precies?
Een piekend beleggingsuniversum?
Nee, een trappenpyramide
Versnellen van de impact de investing markt
De impact bijsluiter als versneller


Conclusie
Nieuw en beter
Implementatie
Een impact versneller

Dankwoord
Voor Prof Jed Emerson, die het @blendedvalue concept ontwikkelde en een dozijn issue briefs over impact investing publiceerde voor Impact Assets. Hij stelde voor dat ik een toelichtend artikel zou schijven over de impact bijsluiter en de verschillende niveaus.
Jed legt de nadruk op total return, het totale rendement dat impact èn financieel rendement omvat. Hij benadrukt ook de relatie tussen risico en rendement. En dat financieel risico en rendement niets met impact te maken hebben. Ook voor de impact bijsluiter is het belangrijk te benadrukken dat hoge impact niveaus niets zeggen over het rendement. De traditionele opvatting dat duurzaam beleggen duur is, blijkt ook te worden toegedacht aan impact investing. Deels doordat het de pioniersperiode van impact first investing waarbij altijd rendement wordt ingeleverd voor impact. Maar in eerste versies van de Impact indicator was dat voor mij zo vanzelf sprekend dat ik het niet expliciet heb benadrukt. 
Harvard academici toonden echter eind 2011 aan dat dit voor best in class public equity investments het cliché dat 'het duur is' niet op gaat. Best in class public equity beleggen leverde de afgelopen 20 jaar juist hogere rendementen op.

Ook dank aan Prof Harry Hummels, van de Universiteit van Maastricht, Actiam IIAM, theGIIN en de UNPRI thematic investments committee die vroeg naar verificatie van de niveaus en de kosten daarvoor. Hij inspireerde mij hierdoor tot de paragrafen over implementatie. Dat eigenlijk een kopie is van het succesvolle model voor groene of klimaat obligaties waarvoor standaarden en een verificatie systeem is ontwikkeld.

Drs Frank Wagemans van de Vereniging voor Beleggen in Duurzame Ontwikkeling (VBDO) keek ook naar de bijsluiter en stelde een versimpeling van de niveaus voor: wat altijd een goed idee is. Maar ik heb toch de oorspronkelijke niveaus gehandhaafd om de duurzame paradox te vermijden. De paradox waarin bedrijven (super) duurzaam kunnen zijn, maar niet-duurzame hoofdactiviteiten hebben. Een van de meest verbazingwekkende ontdekkingen die ik deed toen ik impact investing ging studeren, was dat duurzaam beleggen vaak uitgaat van uitsluiting, exclusie van schadelijke producten en dus minder schade berokken aan mens en milieu. Maar dat duurzame beleggingen nauwelijks proactief 'goed doen' of investeren in bedrijven en producten met positieve impact.

Tot slot een apart dankwoord voor Dr Kellie Liket die mij inspireerde door haar promotieonderzoek ''Why 'doing good' is not good enough'' Essays on Social Impact Measurement 1. Maar vooral door het blijven herhalen van de vraag wat is je impact? Dat inspireerde in eerste instantie mijn appèl voor een impact bijsluiterin IINieuws 1juni15 2 en de voorzet die ik in dit artikel uitwerk. De impact bijsluiter geeft geen gedetailleerd inzicht in de impact, zoals zij dat graag zou zien. Het is niet het soort hoogontwikkeld meetsysteem dat wordt ontwikeld door quants (cijfers) of qualits (holistisch). Maar geeft wel een indicatie op portfolio niveau en dat sluit weer aan bij de praktijk van beleggen waarin (risico)spreiding over sectoren, onderdeel is van een verantwoorde strategie.

Verder onderzoek
Zoals elke onderzoeksvraag levert ook deze exercitie een ideeën op voor verder onderzoek. Ik denk aan een stuk over convergentie en/of divergentie van impact investing. Een civilization proces van investment naar het klassieke werk van de Duitse socioloog Norbert Elias 'het Civilization proces' 3. Er zijn sterk convergerende krachten dankzij het werk van het Global Impact investing Network en andere betrokken deelnemers. Bijvoorbeeld het recente rapport van de GIIN over haar Impact Reporting Investment Standards (IRIS) die worden gekoppeld met het systeem van het Global Reporting Initiative GRI 4.

En een verkennend onderzoek naar investeren in duurzame ondernemingen en/of impact investing. Of moet een onderneming duurzaam zijn om als impact investering te kunnen worden aangemerkt? Kortom hebben we een Concilie van Jeruzalem nodig zoals Petrus en Paulus. Daar bespraken zij of het Christendom is voorbehouden aan (besneden) Joden of aan alle volken die de boodschap aanvaarden. Zolang impact investment universum beperkt is, vooral in public equity, is het bouwen van een duurzame portfolio een logische 2e keus. Maar het is bijvoorbeeld de moeite waard om te checken of het CRS/ESG beleid waarop de duurzaamheid wordt bepaald direct gekoppeld is aan de kernactiviteiten van een onderneming.


Een pleidooi voor de impact bijsluiter
De door de G8(nu7 5) ingestelde Social Investment Taskforce doet in haar eindrapport een oproep voor een label voor sociale impact investeringen (Sept. 2014 6). Maar waarom een label of keurmerk? iets een 'impact investering' noemen is even (in)effectief als duurzaam, ethisch of maatschappelijk verantwoord. Of de term Social Impact Bond, Groene of Klimaat obligatie. De directeur van de VBDO waarschuwt niet voor niets dat beleggers de criteria van duurzame beleggingsproducten goed moeten onderzoeken om te weten waar ze (niet) in investeren.
Een (social) impact label zonder lading over hoeveel impact een beleggingsproduct eigenlijk heeft is alleen reclame, marketing. Misschien ben ik een cynische Nederlandse, omdat wij worden overweldigd door allerlei labels en keurmerken voor gezonde producten, natuur- en/of diervriendelijke producten, kwaliteitscertificaten etc 7. Maar een label lijkt mij een onderschatting van de intenties, ambities en de kennis van (potentiële) impact investeerders en de impact investing sector.

Waarom investeerders niet een indicatie geven van de impact van beleggingsproducten die in een oogopslag helder is? Zodat ze het totale rendement: het financiële rendement naast de impact van een belegging kunnen afwegen? De gedetailleerde informatie over het impact business model, de kosten van impact realisatie en meting en de impact (afbreuk) risico's kunnen worden opgenomen in de impact paragrafen van de prospectus.
En de impact bijsluiter zegt niets over het rendement risico, daarvoor hebben we in in Nederland de risico(baro)meter die in een oogopslag het risico van een product laat zien 8.
Wat laat de impact bijsluiter zien?
De impact bijsluiter die ik voor ogen hen kijkt naar impact sectoren zoals:

-1- Basisbehoeften: zoals werk en inkomen, gezond=voedzaam voedsel, schoon zoet water, hygiëne en sanitatie, betaalbare en letterlijk toegankelijke gezondheidszorg, betaalbaar (beroeps)onderwijs en betaalbare veilige duurzame huisvesting in een veilige omgeving. Die heeft gemeenschappelijke voorzieningen. En voor onze gehele samenleving biodiversiteit- en milieubescherming;

-2- Een wereldwijde horizon: ondanks de grote verschillen in betaalbare behoeften laten megatrends zoals groeiende vraag door bevolkingstoename en economische groei zien dat we voor onze basisbehoeften dezelfde agenda hebben;

-3- Impact katalyserende sectoren: zoals microkrediet en financiële inclusie (toegang tot financiële diensten, microverzekeringen en hypotheken etc.) Deze geven families zekerheid en concrete steun als er iets gebeurt. Schone, groene en hernieuwbare energie en technologie en IT. Denk aan het genie van IT om 'informatie lacunes' of 'informatie monopolies' op te lossen. Door toegang tot het internet en mobiele telefonie worden mensen en markten met elkaar verbonden en kunnen zaken doen. Hoogwaardige data analyse geeft inzicht in gebruik en evt. besparingenmogelijkheden;

-4- Bestaande rating systemen worden geïntegreerd, maar niet de zich snel ontwikkelende impact meting en rating systemen. Wel de veel gebruikte systemen met track records en benchmarks. Zoals duurzaamheidsindices, Environment, Social, Governance (ESG) integratie en Corporate Social Responsibility (CSR). De laatste categorie is een beetje uit de mode geloof ik. Maar het heeft positief invloed (gehad) op grondstoffen management, arbeidsomstandigheden zoals veiligheid, ziekteverzuim en mobiliteit, rond lokale productiefaciliteiten door community development programma's en filantropisch werk. CSR en ESG integratie in portfolio management hebben bewezen rendabel te zijn door kostenbesparing en algehele bedrijfsvoering, voor best-in-class duurzame ondernemingen 9.

-5- tot slot maar heel belangrijk is de opschalingspotentie op lange termijn. De groeistrategie, financieringsplannen en de aandeelhouders zijn gericht op groei, er wordt geherinvesteerd en het financieel beleid is gericht op impact continuïteit en groei.
Multinationale ondernemingen besparen al miljoenen door te investeren in gezondheid & veiligheid, energie-, water- en grondstoffenbesparing en her-investeren in vervolgstappen en/of (veelbelovende) impactvolle activiteiten in de kernactiviteiten 10. Her-investeren kan door het uitrollen van impactvolle activiteiten of op termijn door Research & Development, corporate venturing, en partnerschappen 11 En wordt ondersteund door financieel innovatieve structuren zoals Socially Responsible Equity waarin impact continuïteit en groei zijn verankerd zoals gedefineerd door Alex Hamilton Chan 12.

Vraag en u zult ontvangen
Binnen een week na mijn pleidooi voor een impact bijsluiter op Impact-investing-Nieuws, stuurde Sonen Capital uit san Fransisco mij hun asset management jaarverslag voor de KL Felicitas Foundation: 2013 Annual Impact Report, Impact Investing in Public Markets: Methodology, Analysis en Thought Leadership. (pdf, 60 pages). Sonen werd opgericht in 2011, en is gespecializeerd in impact investment voor investeerders die financieel-, sociaal- en milieu rendement nastreven met public equity fixed income investeringen. In 2013 ontwikkelde het een impact meting methode op portfolio niveau: Evolution of een Impact Portfolio: From Implementation to Results (pdf, 70 paginas) met steun van de KL Felicitas Foundation (KLFF). Het portfolio model werd gepresenteerd in een report voor het World Economic Forum in 2014 13.

De KL Felicitas Foundation (KLFF) is met haar 10 miljoen US$ vermogen een relatief klein fonds vergeleken met impact investing reuzen als de Rockefeller en de Bill&Melinda Gates Foundation. Maar het is een pionier in public equity impact investing with een ten year track record. Door groot vermogen snobisme heb ik hun beleid nooit verder onderzocht hoewel ik ze al tegenkwam in een van de eerste publicaties die ik las over impact investing. Solutions for impact investeerders: From strategie to implementation14 (2009) van Rockpa, de Rockefeller Philanthropy Advisors Raul Pomares en Steve Godeke. Tegenwoordig is Raul Pomares directeur van Sonen Capital.

Vanaf 2004 zoekt de KLFF naar de beste manier om een beleggingsportfolio op te bouwen die aansluit bij haar waarden en de doelstellingen van de KLFF en aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Haar missie is: wereldwijd sociale ondernemers en ondernemingen ondersteunen om zich te ontwikkelen en duurzaamheid te laten te groeien net de nadruk op gemeenschappen en families op het platteland. De KLFF is ook een actieve ambassadeur van haar Impact Investing strategie” 15.

In die strategie onderscheidt Sonen Capital duurzaam investeren dat streeft naar 'geen of minder (milieu)schade' door besparing van energie, water, grondstoffen en het verminderen van de uitstoot van schadelijk emissies. Daarnaast is er thematisch investeren dat streeft naar 'goed doen' door te investeren in milieu en/of sociale thema's. Voor hen en gedefinieerd door de Verenigde Naties als Duurzame Ontwikkeling Katalysatoren: Werk, afvalmanagement, rampenweerbaarheid en Oceanen. In haar asset allocatie strategie gebruikt Sonen Capital traditionele asset classes: vast inkomen (obligaties), aandelen, vastgoed etc. De resultaten worden gepresenteerd met het financieel rendement en de impact prestatie.

Op basis van hun portfolio allocatie strategie en de ambities van private equity impact (first) investing stel ik het volgende voor:

Een barometer die impactniveaus aangeeft met speciale aandacht voor het hoofddoel van impact investing: het ontwikkelen en opschalen van oplossingen voor wereldwijde uitdagingen. Het barometer ontwerp is zoals gezegd een kopie van de verplichte risico(baro)meter voor beleggingsproducten. En handig omdat het ruimte biedt voor detaillering bij het tonen van de niveaus in de praktijk.

Een Impact bijsluiter
0 = dit beleggingsproduct streeft slechts naar financieel rendement. 
1 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en sluit schadelijke sectoren uit.  
2 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en heeft Environment, Social & Governance risico's geïntegreerd. 
3 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en heeft Environment, Social & Governance kansen en beleid geïntegreerd. 
4 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en streeft naar oplossingen voor wereldwijde bedreigingen. 
5 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en streeft naar oplossingen voor basisbehoeften.  
6 = dit beleggingsproduct hecht veel aan impact en kan hiervoor financieel rendement inleveren.  
(Eigenlijk zou er ook nog -1 moeten zijn = dit beleggingsproduct investeert in verboden wapens en totalitaire, ondemocratische regimes). 
Een visualisering van de Bijsluiter staat hier: Twitter/alcanne/media

De impact bijsluiter is duidelijk product van de praktijk van impact investing anno 2014. Uit een onderzoek van de GIIN en JP Morgan Social Finance blijkt dat ruim de helft van de huidige (institutionele) impact investeerders kans ziet om impact en financieel rendement in evenwicht te houden. Het vroegere impact first dat rendement kost is 'uit' de mode. Of men streeft daarbij naar katalytische impact investing dat financieel rendement kost, maar als doel heeft om nieuwe markten met investeringsmogelijkheden te creëren. 'Stars', in sectoren of regio's) Bron: GIIN JP Morgan Perspectives on Progress 2014.

Commentaren en aanbevelingen
Het eerste concept van de bijsluiter stuurde ik naar naar Jed Emerson, die voorstelde dat ik ook een toelichting zou schijven. Ik had allen de impact bijsluiter in het Engels vertaald niet het appèl. Het oorspronkelijke appèl om de impact van duurzaam beleggen en impact investing inzichtelijk te maken was in het Nederlands 16 en dat stuurde ik met mee naar Prof. Harry Hummels en drs Frank Wagemans van de VBDO en vroeg hun reactie.

Met Prof Harry Hummels heeft Nederland een fanatieke wedijveraar voor impact investing, P+ magazine noemde hem Mr Impact Investing. Hij doceert Ethiek aan de Universiteit van Maastricht en hiervoor ook aan de Nijenrode Business University. Hij zette duurzaam beleggen op bij ING (Paribas) Bank dat trouwens net sector leader van de diversified financials werd in de Dow Jones Sustainability Index. In 2007 vroeg Hummels de grootste largest Nederlndse chari's naar hun vermogensbeheer, duurzaam beleggen en missie-gerelateerd beleggen. In 2009 ontwikkelde hij de Handreiking Vermogensbeheer 17 voor de Vereniging van Fondsenwervende Instellingen dat de 100 grootste fondsenwervende chari's in Nederland verbindt. In 2011 startte hij de afdeling Impact Investment Asset Management bij SNS Bank (tegenwoordig Actiam) en in 2013 werd hij de Europese liaison voor het Global Impact Investment Network (theGIIN). En het is geen toeval dat de GIIN een indrukwekkend aantal Nederlandse leden heeft in haar netwerk 18. Ik ben dur ERG blij dat hij de tijd nam om naar de impact bijsluiter te kijken en zal eerst ingaan op zijn opmerkingen over verificatie. Hummels karakteriseert het als een onafhankelijke impact ranking systeem voor de marketing van impact investing.

Voor zover ik weet heeft niemand eerder een dergelijk model bedacht. Wellicht dat het Franse Finansol label voor verantwoordelijke beleggingsproducten enkele kenmerken deelt. Meer in het Franse rapport voor de Social Investment Taskforce voor de G7 NAB France 19. De Franse Ethisch Verantwoorde of Duurzame beleggingsmarkt is vrij ver ontwikkeld en Frankrijk is de Europese marktleider in best-in-class public equity investeringen. (Eurosif 2012)

Is het waar?
Prof. Hummels wijst er op dat als het ene marketing instrument is, het succes afhankelijk zal zijn van het zorgvuldig toepassen van de criteria voor niveaus door aanbieders. Verificatie zou het consumenten vertrouwen versterken. Maar kost ook geld, want het is werk voor juristen, accountants, consultants en vooral ESG research bureaus.

Sectorale samenwerking voor consumenten informatie
Ik zou het echter ideaal vinden als banen, vermogensbeheerers en impact en duurzaamheid experts samenwerken en het eens worden over impact principes. Op dezelfde wijze dat tien banken de Green Bond Principles definieerden hun klanten te verzekeren dat wij zij hun klanten aanbieden, 'underwriten' en distribueren voldoet aan de verwachtingen en aan vastgestelde standaarden 20.

Een externe organisatie zoals het Climate Bonds Initiative (CBI) kan worden uitgenodigd om de noodzakelijke sectorale bepalingen vast te stellen met experts op het gebied van investerent, ondernemen, overheden, NGO's, de academische wereld en andere relevante werkvelden. Net zoals nu in verbazingwekkend tempo gebeurt voor groene obligatie standaarden voor vastgoed, transport en mobiliteit. En sinds kort ook voor water (management) en duurzame landbouw wat echte impact sectoren zijn! 21 Ander interessante kenmerken van het CBI is dat zij externe verificatie deskundigen certificeren, de uitgifte van groene obligaties promoten, monitoren en analyseren. Recent it publiceerde het een rapport over de ontwikkelingen in het aanbod van Groene obligaties in 2012-2013 op verzoek van HSBC 22. The CBI wordt gesponsord door grote internationale banken, de European Climate Foundation en de Sainsbury Trust en is ook partners van banken, waaronder de Rabobank.

Impactniveaus
Harry Hummels wijst ook op de complicatie van het prioriteren van basisbehoeften (sectoren) en wereld wijde bedreigingen boven ESG kansen en het afbakenen van de onderscheidende niveaus. Dat is ook lastig, vooral voor het huidige aanbod op de markt. Daarom voeg ik verderop een voorbeeld toe op basis van mijn eigen portfolio.
Ook Frank Wagemans van de VBDO wijst op de uitdaging in het afbakenen van de niveaus. Hij waardeert de gedifferentieerde opzet. Maar heeft een tegenvoorstel met minder niveaus, omdat zij volgens hem niet meer impact opleveren.

Eerst wat meer over de VBDO: opgericht in 1995 begin het met lastige vragen stellen op aandeelhoudersvergaderingen. Het heeft een bijzondere structuur met enkele duizenden kleine, particuliere beleggers en een paar dozijn grote duurzame beleggers waaronder institutionele investeerders, vermogensbeheerders en adviesfirma's 23. Haar focus is op het stimuleren van duurzame ontwikkeling door duurzame bedrijfsvoering te bevorderen in individuele ondernemingen, in sectoren en dun handelsketens. Hiervoor voert het vele benchmarkonderzoeken uit en is ook nog steeds actief, en succesvol, als activistisch, betrokken aandeelhouder door engagement, dialoog en stemgedrag. Waarbij het actief samenwerkt met ondernemingen. Het introduceert ook nieuwe thema's in de financiële sector zoals belastingbetaling en -ontduiking (fair taxes) door multinationale ondernemingen.

Voor mij reflecteert Frank's voorstel de visie en werkwijze van de VBDO duidelijk. De VBDO beschouwt 'impact investment als een specifieke strategie van duurzaam beleggen'.

Frank stelt voor niveau 0, 1 en 2 te handhaven, maar past de volgende niveaus aan, want voor de VDBO zijn engagement en dialoog belangrijke, effectieve strategieën. En ook voor hem, hij doet er promotie onderzoek op aan de Universiteit van Wageningen. Daarnaast ziet ook hij de dilemma's bij het afbakenen van hogere niveau's.

Niveau 0 = dit beleggingsproduct streeft slechts naar financieel rendement;Niveau 1 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en sluit schadelijke producten en sectoren uit;

Niveau 2 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en heeft Environment, Social & Governance risico's geïntegreerd;
Niveau
3 = dit beleggingsproduct gebruikt dialoog en beïnvloeding voor verduurzaming van ondernemingsbeleid en -praktijk;

Niveau 4 = dit beleggingsproduct selecteert ondernemingen of hun activiteiten 24 die duurzame bedrijfsvoering ondersteunen en in de praktijk brengen; (positieve selectie benadering);
Niveau 5 = dit beleggingsproduct evalueert en selecteert ondernemingen of hun activiteiten op de basis van hun (gemeten) positieve impact en richt zich op de opschaling daarvan.

Repliek
In theorie zijn deze niveau's volkomen logisch en ze sluiten aan bij de huidige praktijk van verduurzaming en evaluering van de duurzaamheid van bedrijven door bijvoorbeeld Robeco SAM dat de data aanlevert voor de Dow Jones Sustainability Index. Maar daarin zit een dilemma en dat is dat ondernemingen hoge duurzaamheidswaarderingen kunnen krijgen op basis van hun CSR, ESG en/of duurzaamheidsbeleid, dialoog met stakeholders, transparantie en de resultaat uitgedrukt in Key Performance Indicators. Maar daarmee is hun kernactiviteit nog niet duurzaam. Hun belangrijkste producten kunnen (soft)drinks zijn, ongezonde snacks en dusdanig bewerkt voedsel dat deskundigen en medici adviseren het slechts af en toe te eten en zeker niet dagelijks. Of het zijn fossiele brandstof producenten met duurzame bedrijfsvoering, die niet serieus investeren in de transitie naar hernieuwbare energie. Hiermee zijn ze op een doodlopende weg, door hun grondstoffen die op raken en de toenemende gevolgen van milieubelastende uitstoot. De Dow Jones Sustainability Index en sommige super sectoren en hun leiders slaan me met stomme verbazing. Net de aanwezigheid van dergelijke bedrijven in zg duurzame indices en fondsen. Deze bedrijven mogen een duurzame bedrijfsvoering hebben, maar daarmee wordt hun kernactiviteit nog niet duurzaam.

De paradox van het impact bijsluiter model is dat het kwalitatieve impact hoger indeelt dan kwantitatieve impact. Bijvoorbeeld een kleinschalige activiteit zoals een Social Impact Bond of Wakawaka solarlampen die 's avonds gratis veilig en gezond licht geven scoren qua impact hoog. Hoger dan grootschalige energiebesparingen door multinationals. Of bierbrouwer Heineken die niet 'duurzaam' is omdat het alcohol verkoopt, maar ook kampioen water besparen is. En door haar omvang scheelt dat een slok op een borrel. Wat is dan de paradox? de grootschaligheid van besparing levert op het eerste gezicht meer op dan de kleinschaligheid van innovatieve impact investeringen. Maar de traditionele markten en consumptiepatronen blijven groeien en dus de kloof tussen 'haves' en 'have nots' vergroten. En wat betreft de natuur blijven uitputtten, vervuilen en in het ergste geval vernietigen. En dat is waar impact investing een antwoord op wil zijn. Het toegankelijk maken van basisbehoeften aan veel meer mensen dan nu en het versnellen van de transitie naar minder uitputtten, vervuilen en vernietigen. Dat kan door efficiency en minder schadelijke grondstoffen te gebruiken, maar tegelijkertijd moet ook geïnvesteerd worden in niet schadelijke productieprocessen.

Een toelichting op de impact niveaus
De niveaus van de impactbijsluiter, en de afbakening, behoeven een toelichting ook als antwoord op de vragen en twijfels van Harry en Frank.

Niveau 0 = dit beleggingsproduct streeft slechts naar financieel rendement;
Dit niveau weerspiegelt de huidige praktijk van investeren en investeringsproducten
. In de VS is het bijna 90% van de markt volgens cijfers (USSIF). In Nederland is het 89% van het sparen en beleggen door particulieren (VBDO), maar institutionele investeerders bepalen in Nederland en (West) Europa voor 95% de duurzame beleggingsmarkt, dus dat zegt niet zo veel (Eurosif).

Niveau 1 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en sluit schadelijke producten en sectoren uit. Dit niveau weerspiegelt de huidige praktijk van uitsluiting of exclusie strategieën. Dat kan betekenen dat men de (inter)nationale wet niet overtreedt, waarin staat dat investeringen in clustermunitie en anti-personeels/landmijnen, chemische wapens, kernwapens en wapens die geen onderscheid kunnen maken tussen militairen, terroristen en burgers. Dit noemen we compliance. Door de wetgeving en compliance is exclusie een veel grotere categorie geworden die in (West) Europese 40% van het vermogen onder beheer omvat (Eurosif 2014 25).

Op dit niveau bevindt zich ook Ethisch beleggen en duurzame of verantwoordelijke beleggingsproducten dat AGTAF sectoren uitsluit. Alcohol, Gokken, Tabak, Adult Entertainment (porno) en Firearms (handwapens). En de bredere 'Westers-Joods-Christelijke' uitsluiting van ondernemingen die zich bezig houden met kernenergie, kinderarbeid, slechte arbeidsomstandigheden, bont- en bioindustrie, varkensveeteelt, dierproeven, amusement dat niet-Christelijke waarden uitdraagt, of (hierover) geen afspraken maken binnen de handelsketen 26. En dan er zijn Halal of Sharia exclusies gebaseerd op de Islam. Ze zijn grotendeels vergelijkbaar met AGTAF uitsluitingen en onislamitische praktijken zoals de varkensvleessector. Met een interessante toevoeging voor de financiële sector, want men mag geen rente vragen. Hiervoor zijn soms constructies ontwikkeld omdat bijvoorbeeld toch hypotheken en (bedrijfs)kredieten te kunnen verstrekken tegen een vergoeding. Niet investeren in de gok-industrie omvat ook investeren in opties, futures, (turbo's?) en day trading. Uit het oogpunt van het belang dat impact investing hecht aan geduldig kapitaal, 'patient capital' van investeerders die niet snel willen verdienen en/of verkopen, exiten, een interessant criterium 27.
Er zijn wellicht Boeddhistische, Hindoeïstische of visies op basis van andere wereldgodsdiensten op investeren en strategieën, maar ik ben ze nog niet tegengekomen. 
Nabrander: Ann Logue schetst ze kort in Socially Responsible Investing for Dummies (p.169-174) maar dat biedt weinig aanknopingspunten. Veelzeggender ids welicht dat de in 2008 gelanceerde Dow Jones Dharma Indices die Bhoedisme, Hindoeisme, Jainisme en het Sikh geloofstregels weespiegelden verdwenen zijn.

Niveau 2 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en heeft Environment, Social & Governance risico's geïntegreerd. Dit niveau weerspiegelt de huidige praktijk van het vermijden van ondernemingen die
ESG risico's lopen. Risico's als hog(er)e productie kosten zoals kosten door grote afhankelijkheid van fossiele energie, zoet, schoon water en zeldzame of schaarse grondstoffen. Als zij geen efficiency programma's, alternatieven, recycling en of klimaat transitiebeleid ontwikkelen worden hun productie en producten onbetaalbaar. Allemaal Milieu/Environment kosten. Sociaal betreft het gebrek aan arbeidsveiligheid en gezondheid (compensatie en ziekteverlof) en hoge personeelsomloop of moeite om mensen aan te trekken (door gebrek aan diversiteit en carrière kansen). Governence, beleid gaat over de kosten van boetes en straffen zoals uitsluiting van de (nationale) markten voor het overtreden van (inter)nationale wetten en regelgeving. Denk aan kartelvorming, overtreding van milieuwetgeving etc. Maar ook de reputatie afbraak die er het gevolg van is kan leiden tot business-to-business en/of consumenten boycots. Denk aan Mensenrechtenschendingen, kinderarbeid, niet respecteren van (internationale) arbeids- en politieke rechten, discriminatie, corruptie, weinig milieu en of biodiversiteit bescherming. Dit is een bestaande grootschalig toegepaste voor duurzaam of maatschappelijk verantwoord beleggen. Hiervoor is een hele bedrijfstak ontstaan van ESG- onderzoeksbureaus die op bedrijfs-, sector- en landenniveau praktijken en ontwikkelingen monitoren en kunnen adviseren. Maar soms ook komende regelgeving kent en hiervoor kan aangeven wat de vereiste stappen zijn.

Niveau 3 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en heeft Environment, Social & Governance kansen en beleid geïntegreerd.(Eigenlijk zou er ook nog -1 moeten zijn = dit beleggingsproduct investeert in verboden wapens en obligaties van totalitaire, ondemocratische regimes). 
Dit niveau weerspiegelt de voorkeur voor ondernemingen die zich richten op ESG kansen voor hun kernactiviteiten. Denk bijvoorbeeld aan Duurzame Beleggingsfondsen of ETF's die zichzelf in de markt zetten als gericht op pioniers innovators en met diverse ambities (Triodos Sustainable Pioneer Fund, KDB SRI Pioneer Asia, (meerdere fondsen van Guiness Global Innovators Fund C EUR ACC, en de GIIRS/pioneers).
Twee Nederlandse banken zijn volledig transparant over hun investeringsuniversum op duurzaamheidscriteria en evalueren het regelmatig. Het zijn de Triodos Bank en de ASN Bank en de lijst van honderden ondernemingen waarin ze beleggen, of niet meer, staan online 28. Het claimt niet dat die lijst compleet is of dat als een onderneming niet op de lijst staat, ze niet duurzaam (genoeg) is. Want het is voor Triodos gewoon niet mogelijk om duizenden ondernemingen te onderzoeken. Dit universum bevat niet alleen ondernemingen die zich op ESG kansen richten, maar ik heb zeker de indruk door hu criteria en argumentering dat het wel vaak zulke ondernemingen zijn en dat ze op niveau 3 passen.
Soms zijn ESG-onderzoeksbureaus open over hun beoordeling van ESG risico's en kansen. En met open bedoel ik dat de informatie voor iedereen toegankelijk is, dus niet alleen voor hun betalende clientèle. Sustainalytics, dat twee keer tot beste ESG-onderzoeksbureau werd uitgeroepen door hun collega's, publiceerde '10 Companies to Watch in 2014'. In het rapport een vooruitzicht voor dat jaat van 8 ESG-risico ondernemingen en 2 ESG-kans ondernemingen en beiden in de de voedingssector (impact: want een basisbehoefte). Het eerste is het Nederlandse Corbion (voorheen CSM), dat het op de beurs matig heeft gedaan. Het Amerikaans/Chinese Smithfield Food Inc & Shuanghui International Holdings produceert mn vlees. Die sector heeft door de ongunstige verhouding benodigd plantaardig voedsel (graan) voor dierlijk voedsel (vlees) negatieve impact 29. Ook dit jaar publiceerde het zo'n rapport 10 for 2015 30.

NB Ik verwacht van investeringen in een 'ESG-kans'' ondernemingen en beleggingsproducten, dat ook ESG-risico wordt uitgesloten vooral door duurzame bedrijfsvoering. Een investering in een laag-inkomen land, bijvoorbeeld een internet onderneming Afrika, wordt ook geacht ESG-beleid te integreren 31.

Ondertussen vraagt u zich vast af: is het te koop?
ESG kans activiteiten van ondernemingen zullen niet snel meer dan de helft van de ondernemingsactiviteiten betreffen. Maar dat betekent niet dat het geen beleggingsproduct kan zijn. Een onderneming kan een ESG kans obligatie aanbieden bijvoorbeeld in de vorm van een Groene, Klimaat, Social Impact of ontwikkelingsobligatie (Development Bonds 32) waarvan de eerste vorm al op behoorlijke schaal verhandeld wordt. Deze markt die traditioneel wordt beheerst door (regionale) ontwikkelingsbanken wordt nu 'overgenomen' door groene bedrijfsobligaties 33.

Niveau 4 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en streeft naar oplossingen voor wereldwijde bedreigingen. Omdat niveau 2 ESG-risico's uitsluit en niveau 3 ESG kansen selecteert waarin onderscheidt niveau 4 zich dan mee? een bredere horizon: dus niet alleen ESG-risico's en -kansen die direct gelinkt zijn aan het de kernactiviteiten, kostenbeheersing en potentiële inkomsten bronnen 'stars' van een onderneming. Op dit niveau gaat het over de lange termijn en een breder perspectief op wereldwijde bedreigingen en kansen en hoe een onderneming daarop inspeelt. De onderneming van de toekomst maar dan met oplossingen voor wereldwijde bedreigingen. De columnist van The Economist: Schumpeter waarschuwde recent dat dit soort CSR 2.0 the new green wave wel een duur(der) zou kunnen zijn omdat het directe kostenbesparing oplevert 34. Maar Schumpeter ziet de toegang tot goedkoop kapitaal niet die deze ondernemingen en activiteiten hebben door deze activiteiten als ze deze financieren door de uitgifte van groene obligaties en andere impact investeringsproducten.

Niveau 4 is geïnspireerd door het boek 'Mission Possible' van Terry Waghorn en Ken Blanchard uit 1996 (McGraw Hill, Amazon). De kernboodschap is dat ondernemingen niet alleen hier en nu hun bedrijfsvoering moeten verbeteren of optimaliseren, maar ook moeten nadenken over hun activiteiten en de markt over tien jaar. In de samenvatting staat 'how to improve their present organization while simultaneously creating its replacement' 35. Het gaat meer over innovatie, dan maatschappelijk verantwoord bezig zijn, maar omdat ik een praktisch idealist ben hoop ik dat hun toekomstige activiteiten impact zullen hebben. Tegenwoordig is Terry Waghorn verslaggever voor Forbes.com waar hij de intersection of innovation en sustainability. Verslaat door case studies van innovatieve duurzame ondernemingen. En hij heeft een new breed investment fund Veratak, een spin off van de prijsuitreikende non-profit Katerva dat door crowdsourcing opmerkelijke initiatieven scout en evalueert. Veratak focust op technologische innovatie voor landbouw en financiële sector en clean tech, life sciences, energie, water, en transport. Niet allen Terry denkt op deze manier, Ownership Capital, een Nederlandse vermogensbeheerder die is opgezet door mensen uit het voormalig ESG team van PGGM, zoekt ook naar innovatieve ondernemingen met lange termijn ambities 36. Tien jaar vooruit plannen is ambitieus voor (beursgenoteerde) ondernemingen die worden afgerekend op kwartaalcijfers. Maar juist voor ESG en duurzaamheidsambities is het een realistische horizon.

In het 4de Quarterly 2014 van management consultants McKinsey, geen kwartaalcijfers maar 'Insights' uit haar werkterrein, presenteerde het een samenvatting van een artikel 'Redefining capitalism'. Twee mcKinsey alumni Eric Beinhocker en Nick Hanauer publiceerden in het tijdschrif Democracy: een Journal of Ideas. Zij analyseerden fasen van het kapitalistisch systeem en de crises en stellen dat 'modern kapitalisme' en welvaart draait om het creëren van oplossingen voor uitdagingen van samenlevingen. En ze door het kapitalistisch genie snel opschalen, zodat ze voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar komen 37.

Kan je investeren op niveau 4?
Dit niveau van de impact bijsluiter omvat een groep ondernemingen en activiteiten die niet zo makkelijk te vinden zijn naast sectoren als schone energie, clean tech en recycling. Ook IT oplossingen zoals smart data die wellicht nog niet toepasbaar zijn voor basisbehoeften, maar toeleveranciers en versnellers zijn voor innovatie en smart green technology brede zin.
Ik deel ze toch in op niveau 4 met als illustratie een 'App' die kinderen iets leert over natuurbescherming of consumptie keuzes minder impact heeft dan een product of dienst in de basisbehoeftesector.

Een voorbeeld is het al eerder genoemde Triodos Sustainable Pioneer Fund dat zich richt op Klimaatbescherming (door duurzame energie), Gezond leven (medische technologie), Schone aarde (milieutechnologie en water) en Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) 38. Maar door sommige activiteiten kan het wellicht ook op niveau 5 worden ingeschaald.

Informatiebronnen zijn fondsanalisten, investor relations communicatie en PR afdelingen van institutionele investeerders die informatie delen over hun visie, plannen en investeringen. De eerder genoemde ESG-onderzoekbureaus zijn interessant om te volgen, zeker wat betreft nieuwe thema's. En er zijn er nog de publiek toegankelijk bronnen zoals die van internationale organisaties zoals de Internationaal Energie Agentschap en de Amerikaanse Green Transition Scorecard, van duurzame goeroe Hazel Henderson, die de particuliere groene en clean tech investeringen bijhoudt. En zeer gedetailleerd per sector de ontwikkelingen en ondernemingen bij naam noemt 39.

Niveau 5 = dit beleggingsproduct hecht aan financieel rendement en streeft naar oplossingen voor basisbehoeften.
Impact Investing gaat over de investeren in ondernemingen en projecten die zich richten op het voorzien in basisbehoeften van mensen: werk en inkomen, toegang tot financiële diensten, gezonde voeding, schoon water, gezondheidszorg, (beroeps)onderwijs etc. Het is eigenlijk Mazlovs traditionele piramide van menselijk behoeften 40.
-Lichamelijk: eten, drinken, slaap, warmte, seks, sport, comfort
-Veiligheid en zekerheid: gezelschap, werk en een veiligheidsnet tegen ongelukken, ziekte en de gevolgen),
-Sociaal contact: saamhorigheid, behoefte aan vriendschap, liefde en positief-sociale relaties.
-Waardering en erkenning: leiden tot zelflrespect en verhogen het aanzien in groepsverband, belang hechten aan de status in sociaal verband.
-Zelfverwerkelijking: de behoefte om de persoonlijkheid en mentale groeimogelijkheden te ontwikkelen en te valoriseren. Het sociale milieu is niet weg te cijferen als steunende basis van deze actualisatietendens. Later in het leven verschuift de nadruk van zelfverwerkelijking, de eigen agenda, naar een bredere overstijgende agenda (zelftrandescentie).

Kan je investeren op niveau 5?
Concreet denk ik bij dit niveau aan de veel in impact investing publicaties genoemde sectoren zoals water, voedsel duurzame landbouw, grondstoffen, toegankelijke duurzame huisvesting, zorg- onderwijsvastgoed, energie: gezonde en veilige verlichting en verwarming, werk: financiering van microkrediet, SMEs en sociale ondernemingen, toegang tot financiële diensten, lokale, regionale of (inter)nationale ontwikkeling, groene-, klimaat- en ontwikkelingsobligaties, chari bonds (UK) en social impact bonds, toegang tot (private) gezondheidszorg en (beroeps)onderwijs (in opkomende markten). Soms nog alleen als private equity maar steeds meer ook als public equity beleggingsproduct beschikbaar.

Om het risico te spreiden zijn er sector ETF's (Exchange Traded Funds) of fondsen. Die beleggen veelal in de marktleiders en dat zijn bijna altijd ook de duurzame sector leiders....
Wat betreft de private equity markt die vooral toegankelijk is voor institutionele en gespecialiseerde investeerders, er is geen reden om aan te nemen dat die op termijn hun exclusieve terrein zal blijven. Geef ze tijd om track records te bouwen –voor de cynici: om de markt af te romen- en het dan aan te bieden als public equity. En beursgangen van sociale ondernemingen komen er aan. Beursgangen worden ook vaker als impact investment aan de markt gepresenteerd. Alibaba, de Chinese business-to-business webwinkel werd zo geprofileerd on The Economist. Het geeft krediet aan haar platform gebruikers, veelal SME's (Small Medium Sized Enterprise), op basis van het inzicht dat ze heeft in hun omzet 41. En omdat SME's een inkomen- en werkgelegenheidsversneller zijn, is Alibaba als SME financier een meso-kredietverlener die het gat opvult tussen microkrediet en de kredietlening door banken en investeringsbanken 42.

Niveau 6 = dit beleggingsproduct hecht veel aan impact en kan hiervoor financieel rendement inleveren. Dit niveaus is ook een eerbetoon aan de ambitie van impact investing dat tientallen jaren met impact first, impact boven rendement waardeerde. De ontwikkeling van de microkredietsector is een goed voorbeeld. Ontwikkelings/landbouwinvesteerder Oikocredit heeft 800milion US$ vermogen onder beheer. Het betaalt niet meer dan 1,5% rendement en herinvesteert de rest van het rendement in opschaling.
Dit soort impact first investing wordt tegenwoordig vaak katalytic impact investing genoemd en verwijst naar het bouwen van nieuwe impact investing markten en (sub)sectoren. Denk ana het uitrollen van microkrediet naar inclusive finance met micro hypotheken, verzekeringen, bankieren en mobiele telfonie met betalingsmogelijkheden. Of investeren in particuliere gezondheidszorg of op het platteland, privaat (beroeps)onderwijs, etc. Het Omydiar Network43 is een goed voorbeeld van katalytic impact investor die gericht is op het bouwen van markten en de toevoer van (grotere) investeringsmogelijkheden in de impact investment pipeline. Het heeft hierover een serie interessante blogs geschreven voor de Stanford Social Innovation Review website 44.


Wanneer past een beleggingsproduct op een niveau?
Het indelen van investeringsproducten op de niveaus vraagt in mijn perspectief om ruim denken en het positieve benadrukken. Een beleggingsniveau kan bijvoorbeeld hoger worden opgeschaald als een deel van de (ondernemings) activiteiten op het hogere niveau plaatsvindt.

Ik ben hier erg Nederlands van de ''rekkelijke'' (flexibele, pragmatische) variant, ofwel een typisch Remonstrantse Protestantse 45. En niet ''precies'' (precies, als in dogmatisch) iemand die het allemaal heel zeker weet en dwingend voorschrijft. Deze 17e Eeuwse Protestantse gedachten strijd zien we nog dagelijks in onze samenleving in verschillende varianten voorbij komen. Ook bij duurzame vermogensbeheerders die 100% exclusionistisch zijn een geen enkele niet duurzame activiteit toestaan zoals Triodos en ASN Bank, maar er zijn er ook die een klein percentage niet duurzame activiteiten accepteren. Duurzame vermogensbeheerder Double Dividend uit Amsterdam accepteert 5% omzet van bepaalde niet duurzame activiteiten 46.

Intentie en toepassing van de impact bijsluiter
Voor mij is de impact bijsluiter primair een transparantie instrument voor (kleine, particuliere) beleggers en een marketing instrument voor aanbieders. Gespreide beleggingsproducten, in fondsen of ETF's bieden een combinatiepakket van ondernemingen of activiteiten aan. De impactbijsluiter in de vorm van een barometer kan dan doorlopen naar het hoogte nievau. Een voorbeeld: het recent gelanceerde Double Dividend Property Fund investeert in duurzaam (beheerd) vastgoed waaronder kantoren, winkels en 16% woningen 47. Daarmee zou ik het indelen op niveau 5 omdat het in een basisbehoefte, wonen, voorziet.


Daarnaast zou ik een beleggingsproduct ook indelen op een hoger niveau als er concrete ambitie, vastgelegd in lange termijn beleidsplannen, om de CSR en ESG activiteiten uit te breiden die voorzien in basisbehoeften. Geplande R&D en marketing budgetten en investerings- en desinvesterings beleid geven ook een duidelijke indicatie van de oprechtheid en het doorzettingsvermogen. Geplande groeipercentages, evaluatie van de voortgang en bijstelling geven ook relevant inzicht. Helaas zijn deze gegevens vaak vertrouwelijk maar institutionele investeerders die ondernemingen bestoken met uitgebreide aanvullende vragenlijsten voor Key Performance Indicators en het lange termijn beleid hebben deze informatie wel al voor handen. Als je er als onderneming publicitair en voor je profilering mee kan scoren zou ik het niet laten....

Sommigen lezers denken nu meteen dat dit leidt tot impact Public Relations en impact washing claims en window dressing van marginale activiteiten. Maar Renat Neuberger van de Huffington Post ontwikkelde kort geleden een snelle 'additionality' checklist voor groene obligaties of een onderneming werkelijk nieuwe duurzame activiteiten wil financieren en opschalen of het slechts een marketing verhaal is
48Breed bruikbaar. Ook in het boek van Emerson en Bugg Levine 'Impact Investing, Transforming how we make money while making a difference' 49 wordt hier aandacht aanbesteed.
ESG-researchburau kunnen ongetwijfeld waardevolle suggesties doen voor een verdere verfijning en verduidelijking van de verschillende niveaus. 


Een stijl piekend investeringsuniversum?
Nee, een trappenpyramide
Hoewel de impact bijsluiter niveaus een piramide model suggereren is het eigenlijk meer een trappenpiramide met een stevige hoge bodem (40%) door de toename van uitsluiting van wettelijk verboden wapentuig. Maar nog wel met een steeds stijlere piek in het midden. Er zijn veel minder public equity investeringsmogelijkheden met een hoog impact gehalte, die ook toegankelijk zijn voor kleine beleggers. Crowfunding vult dit gat in de markt nu al op met thema's zoals sociaal ondernemen (bijvoorbeeld Oneplanetcrowd en Kapitaalopmaat) en mesokrediet voor ondernemingen in ontwikkelingslanden (Lendahand)
Tenzij groene obligaties snel toegankelijker worden nu die markt snel groeit. In de VS heeft de ontwikeling van Community Development Bonds 50, voor lokale ontwikkeling een hele nieuwe investeringsmarkt gecreëerd. En dan is er nog de verwachte toetreding van sociale ondernemingen tot de beurs. Denk aan particuliere taxiservice Über, knutsel/kunst webwinkel Etsy en de minder geslaagde notering van het Nederlandse crowdfundingplatform Symbid in New York 51.

In publicaties over impact investing wordt vaak benadrukt dat er vraag is naar innovatieve financierings producten 52. Maar meestal verwijst dit naar financiele constructies voor grote institutionele investeerders. Bijvoorbeeld met gegarandeerde en niet- gegarandeerde schuld en de verschillende risico niveaus die geaccepteerd worden door ontwikkelingsbanken en chari''s met specifieke impact doelstellingen. 

Openbreken van de markt
Door de niveau structuur van de bijsluiter wordt investeren met meer impact impliciet gestimuleerd. Ik geloof ook dat ondernemingen en beleggingsproduct ontwikkelaars hierdoor gestimuleerd zullen worden, omdat het veel kapitaal kan aantrekken. De recente ontwikkelingen bij groene obligaties zijn veelbelovend. De markt wordt verwacht te ver(drie)dubbelen in 2015 en emissies worden vaak overschreven (2 tot 3x) en/of uitgebreid 53. Door de grote vraag verwacht ik dat de coupons lager zullen worden, als zich dezelfde ontwikkeling voordoet als bij best in class public equity beleggen 54. Hierdoor konden duurzame koplopers hun duurzame activiteiten uitbreiden en opschalen.

Als de groene obligatie markt flink doorgroeit treden steeds meer nieuwe niet traditioneel duurzame investeerders toe en verschaffen zo niet eerder beschikbaar groeikapitaal voor activiteiten met impact.

Deze ambitie van de impact bijsluiter, het stimuleren van de vraag naar en ontwikkeling van meer en hogere meer impact producten is identiek met die het succesvolle Franse Finansol label. Dat wil investeerders vertrouwen in maatschappelijk verantwoorden beleggingsproducten kweken en de ontwikkeling van en vraag naar deze producten stimuleren 55.
Vanuit de vraagkant ben ik ook hele positief over de nieuwe 'kleine', particuliere beleggers van de 'Millennial' generatie die juist geïnteresseerd is in impact investing beleggingsproducten. In de VS is dit de naam voor de generatie die geboren is tussen 1978 en 2000 en die het vermogen van haar ouders zal erven: 41biljoen US$. Zij verdienen nu al goed en plannen hun eigen pensioen. Maar ze hechten meer aan sociaal investeren dan hun ouders, zien kansen voor particulier sociaal investeren als oplossing voor maatschappelijk en wereldwijde problemen. Het zijn van 'naturel' impact investeerders 56. Dezelfde argument gaan trouwens ook op voor vrouwelijke beleggers.


Conclusie

Nieuw en beter
Ik heb getracht aan te tonen dat de impact bijsluiter investeerders in een oogopslag inzicht geeft in de impact van hun beleggingen en portfolio net zoals de risicobarometer dat doet voor risico en impliciet voor rendement.

Dat de impact bijsluiter voor beleggingsproducten praktisch uitvoerbaar is binnen de huidige beleggingsmarkt en -praktijk omdat het veelgebruikte systemen en beleggingsstrategieën geïntegreerd heeft. Maar ook verder bouwt verder op praktijken en trends in die markt. Exclusie is eenvoudig toe te passen, net als Environment, Social en Governance (ESG) integratie. Maar de bijsluiter kijkt verder en genuanceerder naar ESG kansen en het voorzien in basisbehoeften en investeren in katalytische impact versnellers. Ofwel goed doen en dat gaat veel verder dan de huidige praktijk van duurzaam beleggen die vooral minder schade doet
Het is een hierdoor marketinginstrument voor ondernemingen en bouwers van investeringsproducten voor institutionele en retail investeerders. Maar naast deze marketing is het vooral een effectief middel voor het aantrekken van veel en goedkoper kapitaal voor impactvolle activiteiten.

Implementatie
De implementatie kan vrijwel een op een worden overgenomen van het model voor groene obligaties: de ontwikkeling van standaarden en een (externe) verificatie systeem zoals door het Climate Bonds Initiative.
Maar daarnaast is het belangrijk dat (groot)banken ook Impact Bond Principles overeenkomen zoals zij deden voor groene obligaties.

Impact versneller
Tenslotte stimuleert de impact bijsluiter impliciet hogere impact investeringen door de piramide structuur en het overduidelijk belang van de hogere impact niveaus voor mensen op het indiviuëel en gemeenschappelijk vlak.







5 Het lidmaatschap van Rusland is opgeschort n.a.v. de bezetting van de Krim en steun aan de rebellen in Oekraïne.




9 High Sustainability companies significantly outperform their counterparts by 4.8% per annum over de long term” In de impact of corporate sustainability on organization process en performance by Eccles, Ioannou en Serafeim, Harvard Business School, Nov11) http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1964011 (pdf, 57 pages) en 'Corporate Social Responsibility en Access to Finance' (2011) http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1847085

10 High Sustainability companies significantly outperform their counterparts by 4.8% per annum over de long term” In de impact of corporate sustainability on organization process en performance by Eccles, Ioannou en Serafeim, Harvard Business School, Nov11) http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1964011 (pdf, 57 paginas) en 'Corporate Social Responsibility en Access to Finance' (2011) http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1847085

11 Zoals farmaceuten doen om gezondheidszorg toegankelijk te maken in armere landen en wordt geëvalueerd in de Access2Medecine Index.

12 'Socially Responsible Equity' by McKinsey Consultant Alex Hamilton Chan (former MIT) in de Stanford Social Innovation Review de responsible hand, overcoming de shortcomings of impact investing. Dutch Review in IINieuws-15maart12 (Academia).

13 From Ideas to Practice, Pilots to strategie. Practical Solutions en Actionable Insights on How to Do Impact Investing. Industry Agenda December 2013 een report by de World Economic Forum investeerders Industries. Chapter 4.3 Incorporating Impact Criteria in Portfolio Construction: From Policy to Implementation pagina 26. http://www3.weforum.org/docs/WEF_II_SolutionsInsights_ImpactInvesting_Report_2013.pdf






19 NAB France http://www.socialimpactinvestment.org/reports/Investissements-een-impact-social.pdf (pdf, 141 p. Aanbevelingen op pagina 35-36)





24 Ik heb hier activiteten toegevoegd omdat het verwijst naar de huidige praktijk waarin duurzame ondernemingen apart groene obligaties uitgeven voor de financiering van (opschaling van) meest duurzame activiteiten en/of innovaties.







35 Goodreads summary staat: ''how to improve their present organization while simultaneously creating its replacement''.

36 Ownership Capital Alex van der Velden COO vat hun focus zo samen ''sound business strategies focussing on innovation that zijn executed in een sustainable, well-governed manner'' in http://www.sri-connect.com/index.php?option=com_content&view=article&id=761:meet--otto-van-buul-principal-ownership-capital&catid=120:meet&Itemid=1271

37 McKinsey.com/insights/redefining_capitalism? Het originele artikel 'Capitalism Redefined in Democracy: een Journal of Ideas, Issue 31, winter 2014'' staat hier: Democracyjournal.org/31/capitalism-redefinedDemocratie als politiek systeem moet dan voorkomen dat de oplossing voor de een een probleem voor de ander vormt.







44 Priming de pump is een serie artikelen op de Stanford Social Innovation Review website. Theme: Priming de Pump for Impact Investing 5 columns: Sectors not just firms, de Full Investment Continuum, Gaps in de Impact Investing Capital Curve en Do No Harm: Subsidies en Impact Investing.


46 http://www.doubledividend.nl/wp-content/uploads/2014/07/DDEF-Veel-gestelde-vragen-juli-2014.pdf Triodos Bank heeft bijvoorbeeld Google geschrapt uit haar beleggingsniversum omdat het investeert in (bestellingsafleverings) drones van Boston Dynamics. Omdat drone technologie ook gebruikt wordt voor militaire doelen. http://blueandgreentomorrow.com/2014/07/17/triodos-bank-divests-from-google-over-arms-link/


47 http://www.doubledividend.nl/wpcontent/

uploads/2015/01/Maandbericht_2014_12_AIRE.pdf en een samenvatting in http://impactinvestingnews.blogspot.nl/2015/02/impact-investing-nieuws-1-februari-2015.html






53 www.Climatebonds.net (e-newsletter) voor emissie, details en analyses.

54 de Impact of Corporate Social Responsibility on Investment Recommendations Ioannis Ioannou London Business School en George Serafeim, Harvard Business School (March 2013) http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1507874 (pdf, 34 pages) en 'Corporate Social Responsibility en Access to Finance' (2011) http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1847085

55 G8 Social Investment Taskforce final report recommends een kitemark label inspired by de French label Finansol. In de NAB France report Investissement een impact social, pagina 35-36. “Le Label Finansol répond à ce triple objectif: - Développer la confiance des investisseurs dans les placements solidaires... Favoriser le développement d’une gamme élargie de produits d’épargne solidaire ... Faire progresser le niveau d’exigence des produits d’épargne solidaire afin qu’ils répondent pleinement aux attentes des investisseurs ainsi qu’aux besoins de financement des entreprises solidaires
56 Jed Emerson, en Linsday Norcott's de Millennials Perpective, Understanding Preferences of the nieuw Assets Owners. Een ImpactAssets Issue Brief on critical issues in Impact Investing. http://www.impactassets.org/file

Geen opmerkingen:

Een reactie posten